Bekijk hier de antwoorden op veelgestelde vragen over de SPUK Kansrijke Wijk 2026-2028.
Verdeling van middelen en financiën
De verdeling van de beschikbare middelen voor het thema 'Integraal' is gebaseerd op het bedrag uit de overige thema’s dat ter beschikking staat aan een gebied. De beschikbare middelen voor het thema Integraal tellen op tot 15 procent van het totaalbedrag dat een gebied ontvangt.
Let op: op Prinsjesdag 2025 worden de totaalbedragen van de thema’s Maatschappelijke samenhang en Financiële educatie bekend gemaakt. Van deze bedragen gaat een deel (15 procent) naar het thema Integraal. Het totaalbedrag dat beschikbaar is voor het thema Integraal zal hierdoor verhoogd worden.
In de SPUK Kansrijke Wijk 2023-2025 waren 'Re-integratie' en 'Preventie armoede en schulden' twee aparte thema’s. Deze twee thema’s zijn in de SPUK Kansrijke Wijk 2026-2028 samengevoegd in het 'nieuwe' hoofdthema 'Re-integratie en preventie geldzorgen'. Hiervoor zijn ook de beschikbare middelen samengevoegd. Daarom bestaat de verdeling van de beschikbare middelen van dit hoofdthema uit twee onderdelen: 'Re-integratie' en 'Preventie geldzorgen'.
De verdeling van de beschikbare middelen voor het hoofdthema 'Re-integratie' is verdeeld op basis van het aantal bijstandsgerechtigden in de NPLV-gebieden. De verdeling van de beschikbare middelen voor 'Preventie geldzorgen' is verdeeld op basis van het aantal inwoners in de NPLV-gebieden. Deze twee bedragen zijn in deze tweede ronde van de SPUK Kansrijke Wijk bij elkaar opgeteld.
De verdeling van de beschikbare middelen voor het thema 'School en omgeving' zijn op dezelfde manier vormgegeven als in de subsidieregeling School en omgeving. Daarbij zijn de uren en leerlingenaantallen gebruikt die zijn opgegeven bij de aanmeldingsprocedure. Kijk voor meer informatie op de website van DUS-I.
De verdeling van de middelen voor het thema 'Jonge kind' is gebaseerd op twee onderdelen. De helft van de middelen is verdeeld op basis van de onderwijsachterstandenscore, ingegeven vanuit het onderwijsachterstandenbeleid. De andere helft van de middelen wordt evenredig verdeeld over de twintig NPLV-gebieden. Zo hebben kleinere gebieden met relatief minder kinderen voldoende slagkracht om activiteiten uit te voeren om de voor- en vroegschoolse educatie te bevorderen.
Is het mogelijk om de middelen voor het thema ‘Ontwikkeling jonge kind’ in te zetten voor oudere kinderen?
De middelen voor het thema ‘Ontwikkeling jonge kind’ zijn gericht op versterking van de voor- en vroegschoolse periode. Daarmee kunnen de middelen niet ingezet voor worden voor kinderen ouder dan gemiddeld zes jaar. Onder de doelstellingen van het Jonge kind vallen onder andere activiteiten gericht op het bevorderen van deelname aan de voorschoolse educatie. Dergelijke activiteiten kunnen zich wel richten op ouders en/of kinderen jonger dan 2,5 jaar.
De middelen voor 'Maatschappelijke samenhang' zijn gelijk over de twintig NPLV-gebieden verdeeld. De thematiek van Maatschappelijke samenhang is namelijk breed en speelt in gelijke mate in de NPLV-gebieden. Ook is er geen duidelijk afgebakende doelgroep.
De verdeling van de middelen voor het thema 'Financiële educatie' is gebaseerd op de verhouding van het aantal primair onderwijs (po-)scholen binnen het gebied,ten opzichte van het totaal aantal po-scholen binnen alle NPLV-gebieden.
Bijna alle bedragen die in de regeling genoemd zijn, zijn goedgekeurd in de Voorjaarsnota 2025. Dit betekent dat we op basis van deze bedragen de beschikkingen kunnen uitsturen (na het aanvraag- en beoordelingsproces).
Er is een uitzondering. Dit betreft de twee onderwerpen die per 1 oktober aan de regeling worden toegevoegd: Financiële Educatie en Maatschappelijke Samenhang. De hierbij behorende bedragen zijn opgenomen in de Ontwerpbegroting VRO 2026, die het parlementaire goedkeuringsproces nog niet heeft doorlopen. Zodra dit wel het geval is, kunnen ook voor deze onderwerpen de bijbehorende beschikkingen worden verstuurd. De verwachting is dat dit niet meer in 2025 zal zijn. Aanvragen voor deze twee onderwerpen zullen wél meelopen in het aankomende aanvraag- en beoordelingsproces, zodat de gebieden al wel duidelijkheid hebben over de uitkomst van toekenning van deze middelen, vooruitlopend op een additionele beschikking in 2026.
Bovenstaand is ook relevant voor de bijdrage van Financiële Educatie en Maatschappelijke Samenhang aan de integrale middelen. Deze 15% van het totaal beschikbare gestelde bedrag zal pas aan de integrale middelen worden toegevoegd nadat het parlementaire proces voor de Ontwerpbegroting VRO 2026 is doorlopen. Ook hier geldt dat in het aankomende aanvraag- en beoordelingsproces al wel zal worden gerekend met deze toevoeging van 15% van de middelen vanuit deze twee onderwerpen, waarna deze middelen waar relevant ook worden opgenomen in de additionele beschikking die volgt in 2026.
Ja, de reeds bestaande integrale middelen kunnen wél al ingezet worden voor deze thema’s. De beoordeling van integrale middelen is niet afhankelijk van het aanvullende budget dat beschikbaar komt voor Financiële Educatie en/of Maatschappelijke Samenhang. Na de additionele beschikking in 2026 kunnen de gebieden vervolgens ook de specifiek voor deze twee onderwerpen aangevraagde middelen uitgeven, incl. de verhoging van het integrale budget met 15% van de toegevoegde middelen voor Financiële Educatie en Maatschappelijke Samenhang.
Btw-compensatiefonds
De bedragen in de bijlage van de regeling SPUK Kansrijke Wijk zijn inclusief btw. Per thema zit het als volgt:
- Voor de thema’s Jonge kind en School en omgeving hoeven gemeenten geen btw te betalen door een aantal btw-vrijstellingen voor onderwijsinstellingen. De toegekende middelen voor deze thema’s zijn dus de bedragen die in de toelichting van de regeling staan.
- Voor de thema’s Re-integratie en preventie geldzorgen, Maatschappelijke samenhang en Financiële educatie geldt een btw-percentage van 5 procent. De toekenning (met de beschikking) is dus 5 procent lager dan de bedragen die in de toelichting van de regeling staan.
- Voor het thema Integraal zijn middelen uit de overige thema’s samengevoegd. Hierdoor is het btw-percentage een gemiddelde. Het precieze percentage volgt na bekendmaking van de middelen voor Maatschappelijke samenhang en Financiële educatie. Het advies is om rekening te houden met een percentage van ongeveer 1 procent.
Bij de totstandkoming van de SPUK Kansrijke Wijk (zowel bij de eerste als de tweede ribde) is er vanuit gegaan dat het grootste deel van de uitkering wordt besteed aan activiteiten waarvoor geen BTW is verschuldigd. Voor de BTW-component is een percentage geraamd van 5% van de uitkering. Dat geldt voor het budget voor het programmabureau en voor de andere thema's/activiteiten. Uitzonderingen zijn het thema School en Omgeving en Ontwikkeling van het jonge kind, in verband met btw-vrijstellingen voor onderwijsinstellingen.
Voorbeeld: voor het budget van het programmabureau (500k per jaar) is dus 25k afgestort aan het BTW-compensatiefonds (BCF) bij Financiën. Als er bij de besteding van de 500k sprake is van door de gemeente verschuldigde BTW (bv. bij externe inhuur van personeel of diensten) kan de gemeente die BTW in het kader van de SPUK bij het BCF terugvragen. Als blijkt dat de kosten van het programmabureau nagenoeg volledig buiten de btw-plicht vallen, dan wordt het verschil in het kader van de SPUK niet gecompenseerd door het Rijk.
De BCF-stortingen worden namelijk op macroniveau bekeken. Financiën corrigeert niet omdat de ramingen van afstortingen in praktijk kunnen afwijken. Verzoeken komen alleen als er te veel is afgestort, maar nooit als er te weinig is afgestort. Als Financiën dan gaat corrigeren zit er uiteindelijk te weinig in het BCF.
School en omgeving
Eerst is gekeken welke School en omgeving-coalities in 2024 al bestonden en voor het grootste deel (minimaal 85 procent) in de NPLV-gebieden staan. De coalities konden vervolgens kiezen voor de aanvraagroute via de SPUK Kansrijke Wijk of via de subsidieregeling School en omgeving 2025-2028. De keuze hebben de coalities kenbaar gemaakt via de aanmeldprocedure van december 2024.
Ja, dat kan. Let op, dit kunnen geen:
- Schoolvestigingen zijn die buiten het focusgebied staan;
- Schoolvestigingen zijn die al subsidie hebben gekregen voor School en Omgeving.
Het verschilt per coalitie wie de drijvende kracht achter de aanvraag is (soms scholen, soms gemeente, soms programmabureau). Daarom zijn er twee manieren waarop je geld kunt aanvragen.
Deze scholen staan genoemd in het aanvraagformulier.
Ja, dat kan. Let op, dit kunnen geen:
- Schoolvestigingen zijn die buiten het focusgebied staan;
- Schoolvestigingen zijn die al subsidie hebben gekregen voor School en Omgeving.
School & Omgeving is een programma dat zowel een thema is in deze SPUK, als een eigen landelijke subsidieregeling heeft. Bij de aanvraag zullen we controleren voor welke scholen er SPUK middelen worden ingezet. De SPUK-aanvraag is voor enkel de scholen die zijn aangemeld voor deze SPUK eind vorig jaar. Deze scholen staan ook specifiek in het aanvraagformulier vermeld. Wanneer u ook voor andere scholen School en Omgeving wilt uitvoeren dan mag dat, maar dan moeten die uit de integrale middelen bekostigd worden. Het kan dan enkel om scholen gaan die zowel niet in het aanmeldformulier staan, of subsidie hebben gekregen via OCW. Zet u integrale middelen in voor scholen die hiervoor in aanmerking komen, vermeld dan de naam van de school met het zescijferig BRIN-(of RIO-) nummer van die scholen bij de aanvraag van de integrale middelen. Gaat het om een wijkaanpak dan moeten dus alle namen en BRIN-nummers van alle scholen die vanuit de integrale middelen worden betaald worden opgegeven.
Financiële educatie
Het thema Financiële educatie richt zich uitsluitend op scholen binnen het primair onderwijs (po) in de NPLV-gebieden. Deze scholen waren namelijk uitgezonderd van het derde tijdvak van de subsidieregeling Financiële educatie voor onderwijsinstellingen gericht op het primair onderwijs.
|
Gebied |
Aantal scholen |
|
Amsterdam Nieuw-West |
52 |
|
Amsterdam Zuidoost |
32 |
|
Arnhem-Oost |
18 |
|
Breda-Noord |
15 |
|
Delft-West |
14 |
|
Den Haag Zuidwest |
27 |
|
Dordrecht West |
12 |
|
Eindhoven Woensel Zuid |
12 |
|
Groningen-Noord |
14 |
|
Heerlen-Noord |
17 |
|
Leeuwarden Oost |
11 |
|
Lelystad Oost |
21 |
|
Nieuwegein Centrale As |
5 |
|
Roosendaal Ring |
17 |
|
Rotterdam-Zuid |
78 |
|
Schiedam Nieuwland en Oost |
9 |
|
Tilburg NoordWest |
15 |
|
Utrecht Overvecht |
13 |
|
Vlaardingen Westwijk |
5 |
|
Zaandam-Oost |
14 |
|
Totaal |
401 |
Het thema Financiële educatie richt zich uitsluitend op scholen binnen het primair onderwijs (po) die in de gebieden vallen. Deze scholen waren namelijk uitgezonderd van het derde tijdvak van de Subsidieregeling financiële educatie voor onderwijsinstellingen. Deze regeling richtte zich op het primair onderwijs.
De gelden van Financiële educatie komen pas officieel beschikbaar nadat het kabinet over de ontwerpbegroting van 2026 heeft besloten. Na een positief besluit voegen we het thema Financiële educatie dan direct na Prinsjesdag toe. Dat gaat via een wijzigingsregeling.
Ontwikkeling jonge kind
Dat kan. De toeleiding kan zich bijvoorbeeld richten op ervoor zorgen dat kinderen en ouders gaan deelnemen aan spelochtenden. Deelname aan een spelochtend is dan de tussenstap op weg naar deelname aan voorschoolse educatie. Het einddoel van de activiteiten moet wel nog steeds meer deelname van kinderen aan voorschoolse educatie zijn.
Lijn 3 richt zich op versterking van de vroegschoolse educatie, wat plaats vindt in groep 1 en 2 van de basisschool. Lijn 1 en 2 richten zicht op versterking van de voorschoolse educatie. Om versterking van vroegschoolse educatie te realiseren is in veel gevallen vaak wel een rol weggelegd voor de voorschoolse educatie. Denk aan een gezamenlijke training en coaching van leerkrachten en pedagogisch medewerkers, of denk aan activiteiten gericht op verbetering van de doorgaande lijn tussen voorschool en de vroegschoolse educatie. Als het gaat om inzet van een extra beroepskracht, is het belangrijk om goed duidelijk te maken met welk doel een extra beroepskracht waar wordt ingezet.
Het trainings-/ coachingaanbod kan zich richten op andere professionals dan leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Maar training of coaching van informele partijen, zoals ouders of vrijwilligers, is niet toegestaan. Bij deze informele partijen is het niet zeker hoe lang zij betrokken blijven bij jonge kinderen en gezinnen. De investering is daarom te onzeker.
Er is geen ondergrens voor de leeftijd. In alle gevallen moet het doel zijn om jonge kinderen met een risico op achterstand in hun ontwikkeling te stimuleren.
Elke gemeente krijgt Kansrijke Start. Daar past dit beter onder.
De middelen voor het thema Ontwikkeling jonge kind zijn gericht op versterking van de voor- en vroegschoolse periode. Je kan de middelen dus niet inzetten voor kinderen ouder dan 6 jaar. Onder de doelstellingen van het jonge kind vallen onder andere activiteiten voor het bevorderen van deelname aan de voorschoolse educatie. Deze activiteiten kunnen wel gericht zijn op ouders en/of kinderen jonger dan 2,5 jaar.
Gemeenten ontvangen ook een specifieke uitkering voor gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOAB). Hiermee kunnenze hun wettelijke taak rondom voorschoolse educatieinancieren. Gemeenten kunnen deze middelen ook inzetten voor maatregelen en interventies gericht op leerlingen in het basisonderwijs in de gemeente. Voorbeelden van maatregelen zijn verschillende vormen van verlengde onderwijstijd, zoals schakelklassen en zomer- en weekendscholen.
Maatschappelijke samenhang
De gelden van Maatschappelijke samenhang komen pas officieel beschikbaar nadat het kabinet over de ontwerpbegroting van 2026 heeft besloten. Na een positief besluit voegen we het thema Financiële educatie dan direct na Prinsjesdag toe. Dat gaat via een wijzigingsregeling.
De aanpassing van Veerkracht en weerbaarheid naar Maatschappelijke samenhang is vooral gedaan om de doelstelling breder te formuleren.
Het gaat bij het thema Maatschappelijke samenhang ook om inzet die de sociale stabiliteit bevordert en zicht richt op het tegengaan van ontwikkelingen die dit onder druk zetten. Zoals ongewenste vormen van polarisatie en extremisme.
Centraal staat ook weer het versterken van beschermende factoren: vaardigheden en hulpbronnen die bewoners beter in staat om deel te nemen aan de samenleving. Zoals zelfbeschikking, burgerschap, digitale weerbaarheid, sociale inclusie, ondersteunende gezinsstructuren en het versterken van ambtelijke en bestuurlijke professionaliteit.
Het versterken van de maatschappelijke samenhang en het bevorderen van de sociale stabiliteit is een gezamenlijke opgave van ons allemaal. Dit kan niet zonder de duurzame betrokkenheid van bewoners bij de activiteiten en initiatieven die hieraan proberen bij te dragen.
Allereerst biedt de SPUK-regeling ruimte om via Maatschappelijke samenhang activiteiten aan te vragen die gericht zijn op het stimuleren van ontmoeting tussen mensen en het betrekken van bewoners bij hun buurt. Daarnaast kunnen gebieden in hun aanvraag ook het onderdeel ‘bewonersparticipatie’ meenemen als onderdeel van een activiteit.
Ook staat in artikel 3 van de regeling dat uitgekeerde middelen ook kunnen worden ingezet om inwoners te faciliteren om hun rol in de alliantie en het alliantieoverleg goed in te vullen. Dat is nodig voor de organisatie van het uitvoeringsprogramma.
Ja. Er zal een klein bedrag toegevoegd worden aan het thema Integraal. Dit extra bedrag wordt 15% van de middelen die in uw gebied beschikbaar gesteld worden voor de thema’s Maatschappelijke samenhang en Financiële educatie.
Ja, dat kan.
Re-integratie en Armoede en schulden
Je kan de AanDeBak-garanties als activiteit opgeven in de SPUK Kansrijke Wijk 2026-2028 als de inzet ervan past binnen het opgedragen hoofdthema. Je kan dit aandragen via het hoofdthema (zoals Maatschappelijke samenhang of Re-integratie en preventie geldzorgen) of via de integrale middelen.
Voor meer informatie kan je in de toelichting kijken. Onder het kopje van het hoofdthema Re-integratie en preventie geldzorgen staat hierover een apart kopje. Bij specifieke vragen kunt u contact opnemen met uw gebiedsadviseur.
Uitkeringsgerechtigden vallen onder de participatiewet. Als het bijdraagt aan re-integratie van deze personen op de arbeidsmarkt, kan het via deze regeling bekostigd worden.
De regeling is gericht op preventie van geldzorgen/schulden. Als daar een link mee is in de aanpak, zijn er mogelijkheden. Alleen een aanpak van bestaande schulden kan niet.
Hier zijn mogelijkheden voor, zoals bijvoorbeeld taallessen. Dit valt dan wel onder Preventie van geldzorgen, en niet onder Re-integratie.
Uitstelverzoek SPUK Kansrijke Wijk 2023-2025
Er is geen sprake van dubbele financiering als het om een intensivering van de activiteiten gaat. Bijvoorbeeld als je extra uren of activiteiten financiert met de aangevraagde middelen van de regeling SPUK Kansrijke wijk 2026-2028. Indien je nieuwe middelen aanvraagt voor dezelfde activiteiten zonder intensivering, kan deze aanvraag hierop worden afgewezen. Dat is op basis van de afwijzingsgrond uit artikel 1, lid 3 van de regeling.
Artikel 11 van de regeling biedt de mogelijkheid om niet-bestede middelen van 2024 door te schuiven naar 2026.
De initiële beschikking is afgegeven onder voorbehoud van de omschreven activiteiten, passend binnen de doelen van de regeling. Een andere uitvoerder verandert daar niks aan en zien we niet als een inhoudelijke wijziging.
Nee, dit is geen probleem. Een goedgekeurd uitstelverzoek levert de mogelijkheid op om een deel van de geplande uitgaven in 2026 te doen. Maar het gevolg is niet dat dit budget vervolgens alléén nog maar in 2026 mag worden besteed. Als (een deel van) de uitgestelde uitgaven alsnog in 2025 blijken te kunnen plaatsvinden, is dat prima.
Overige vragen
Ja. Binnen verschillende thema’sis er ruimte om bewonerscollectieven te bekostigen als voldoende onderbouwd wordt hoe deze bijdragen aan het hoofddoel. In de toelichting is, waar mogelijk, expliciet neergezet welk type bewonersinitiatieven bekostigd kunnen worden. Zie bijvoorbeeld het thema re-integratie en preventie geldzorgen.
Ook staat in artikel 3 van de regeling dat uitgekeerde middelen ook kunnen worden ingezet om inwoners te faciliteren om hun rol in de alliantie en het alliantieoverleg goed in te vullen. Dat is nodig voor de organisatie van het uitvoeringsprogramma.
Bewonersparticipatie kan worden gezien als een vorm van vrijwilligerswerk. Het stelsel biedt al ruimte als het gaat om (onkosten)vergoedingen (art. 31 lid 2 sub k Pwet). Als een vrijwilliger alleen een kostenvergoeding ontvangt hoeft daarover geen inkomensheffing betaald te worden. De fiscale vrijwilligersregeling gaat er onder voorwaarden vanuit dat zonder nader onderzoek kan worden aangenomen dat binnen bepaalde grenzen sprake is van een kostenvergoeding. De gezamenlijke waarde van vergoedingen en verstrekkingen mag niet meer bedragen dan €210 per maand en €2.100 per kalenderjaar. De activiteiten die betrokkene doet of wil doen als vrijwilliger mogen geen regulier werk inhouden.
Voor jongeren onder de 27 jaar is er een uitzondering. Dan geldt dat de onkostenvergoeding geen gevolgen heeft voor de uitkering, maar een algemene kostenvergoeding voor het verrichte vrijwilligerswerk wel. Dit is om werk en scholing te stimuleren.
Het aanvraagformulier is samen met de regeling gepubliceerd op 1 juli 2025.
Tot en met. 17 oktober is de laatste dag om aanvragen in te dienen.
Nee, dit gaat niet ten koste van de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor andere thema’s.