Sinds februari 2025 biedt basisschool Het Zaanplein extra ondersteuning aan kinderen en ouders, zodat zij zowel op school als thuis snel en doeltreffend hulp krijgen. Dit gebeurt binnen de pilot Hart voor gezinnen in Zaandam-Oost, een van de twintig gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Door problemen rond huisvesting, financiën of opvoedingsvragen eerder op te pakken, ervaren kinderen meer rust en kunnen zij zich beter ontwikkelen en leren.

Dit verhaal is onderdeel van een drieluik over Zaandam-Oost (zie onder). Dit is verhaal 2. Bekijk de andere artikelen op de pagina Praktijkverhalen.

Een kind dat midden in de winter stelselmatig naar school komt in een te dunne jas. Een ander kind dat vaak hongerig is, moe oogt of steeds te laat komt. “Regelmatig merken we op school dat er thuis iets speelt,” vertelt intern begeleider Yvonne Rozemeijer-Hoekstra. “Later blijkt dan bijvoorbeeld dat er schimmel en muizen in de woning zijn, waardoor een kind slecht slaapt. Of dat schulden spanningen in het gezin veroorzaken.”

Laagdrempelige ondersteuning

De pilot Hart voor gezinnen speelt precies in op dit soort signalen. Op school wordt samen met het jeugd- en wijkteam, maatschappelijke partners en de GGD vroegtijdig ondersteuning geboden. De kern: hulp inzetten voordat problemen thuis escaleren. Het doel is dat er meer rust komt binnen het gezin, zodat kinderen zich beter kunnen ontwikkelen.

Beeld: © Rijksoverheid

Basisschool Het Zaanplein in Zaandam-Oost.

Jeugdteam en sociaal wijkteam in de school

Dat werkt. De pilot Hart voor gezinnen heeft de samenwerking tussen de partners sterk verbeterd. Waar de school eerder vooral naar het kind keek, ligt de focus nu dus op het hele gezin. “Het kind wordt stabieler, de klas wordt stabieler, kinderen komen beter tot leren”, vertelt Yvonne.

Niet toevallig vindt de pilot plaats in Zaandam-Oost, waar veel gezinnen onder druk staan door problemen met huisvesting, geld, taalbarrières, gezondheid, veiligheid of een beperkt netwerk. De pilot wordt bekostigd uit de SPUK Kansrijke Wijk en maakt deel uit van de ‘doorgaande lijn’: een aanpak van PACT Zaandam Oost om kinderen en jongeren - vanaf conceptie tot 27 jaar - een sterke, stabiele ontwikkeling te bieden. Ook de ouder-kindclubs voor ouders met jonge kinderen, de verlengde schooldag en de rijke schooldag vallen onder deze aanpak.

Het kind wordt stabieler, de klas wordt stabieler, kinderen komen beter tot leren.

Hoe werkt dat in de praktijk? “Een groot winstpunt van de pilot Hart voor gezinnen is de intensievere samenwerking tussen de school en het wijk- en jeugdteam”, vertelt brugfunctionaris Euredice Sporkslede. “Het jeugd- en sociaal wijkteam zijn letterlijk in de school aanwezig. Ouders kunnen tijdens koffieochtenden of inloopuren laagdrempelig met het sociaal wijkteam in gesprek. Ze durven sneller iets te zeggen als we elkaar bij de koffie zien. Dan komen verhalen los en kan ik daarop inspelen.”

Euredice licht de rolverdeling toe: “Als brugfunctionaris ben ik makkelijk benaderbaar voor ouders. Soms zijn hulpvragen breder en is ondersteuning van het sociaal wijkteam nodig. Die stap vinden ouders vaak spannend. Daarom is het prettig dat het sociaal wijkteam op school aanwezig is. Als ouders bij mij iets aangeven, zitten de problemen vaak al hoog.”

Huisbezoek

Euredice gaat als brugfunctionaris ook op huisbezoek bij leerlingen. Regelmatig treft ze daar schrijnende situaties aan. “Zoals laatst een gezin waarvan de kinderen op matrassen op de kale vloer sliepen”, vertelt ze. “De ouders, arbeidsmigranten, betalen €2700 huur per maand en houden daardoor nauwelijk geld over voor andere noodzakelijke kosten. Ze kenden bovendien de weg in het Nederlandse systeem nog onvoldoende.” Zo nodig brengt Euredice ouders en kinderen in contact met het bijvoorbeeld het wijkteam of GGD, via een warme overdracht.

Soms zijn hulpvragen van ouders breder en is ondersteuning van het sociaal wijkteam nodig.

Beeld: Diederik van der Laan

Euredice Sporkslede (r) en Yvonne Rozemeijer-Hoekstra (l).

Op één kamer

Bij Marcia (echte naam bekend bij de redactie) ziet Euredice dat zij en haar dochter op één kamer leven bij een familielid. “Alles gebeurt daar: er staat een bed, een koelkast, een tosti-ijzer…” Ook op school merkt ze dat het niet goed gaat. “Elke dag vroeg ik: hoe gaat het? Eerst zei ze niets. Later, toen er vertrouwen was, vertelde ze dat haar thuissituatie onhoudbaar is.”

Drie jaar geleden kwam Marcia met haar dochter in Nederland wonen. “Vanwege hun situatie in Suriname”, zegt Marcia. Een eigen woning vinden blijkt moeilijk en de spanningen met het familielid lopen op. “Vaak hangen we op straat. Bij slecht weer gaan we naar de Maccie (McDonald's, red.).” Voor haar dochter is het zwaar: “Ze kan niet echt kind zijn.”

Elke dag vroeg ik: hoe gaat het? Eerst zei ze niets. Later, toen er vertrouwen was, vertelde ze dat haar thuissituatie onhoudbaar is.

Marcia (echte naam is bekend bij de redactie) brengt fruit rond in de school.

Urgentie voor een woning

Euredice gaat met Marcia mee naar het sociaal wijkteam. “We kunnen vanuit het vertrouwen dat is opgebouwd met Marcia, de drempel verlagen en gaan samenwerken”, vertelt ze. Samen vragen ze urgentie aan voor een woning in Zaandam-Oost. De aanvraag wordt twee keer afgewezen. “Maar we zijn in bezwaar gegaan”, zegt Marcia strijdbaar. Intussen is zij als vrijwilliger actief op school: een ochtend per week maakt ze fruit klaar en helpt ze bij schoolmaaltijden.

“We kunnen haar geen huis geven, maar wel stress verlichten”, zegt Euredice. Stap voor stap pakt Marcia de draad weer op. Ze vindt werk in de kinderopvang in Amsterdam-Noord. Basisschool Het Zaanplein is een ankerpunt voor haar en haar dochter: “In de zomervakantie had ik het zwaar dat de school zes weken dicht was. School is voor mij een veilige plek, hier kan ik ademen.”

Focus op het individuele kind

De samenwerking binnen de pilot Hart voor gezinnen zorgt ervoor dat veel problemen niet pas worden opgepakt als het al misgaat. “We zagen vaak pas iets als het te laat was”, zegt Yvonne. “Nu kunnen we eerder aan tafel zitten en samen nadenken over wat nodig is. Vroeger deden we als school alles zelf en keken we vooral naar het individuele kind. Jeugd- en wijkteam waren wel betrokken, maar we wisten elkaar minder goed te bereiken en bleven minder nauw betrokken gedurende het hele proces.”

De één kijkt als pedagoog, de ander als maatschappelijk werker. Daardoor komen we sneller tot de kern.

Binnen de pilot bespreken school, jeugdteam, sociaal wijkteam en schoolmaatschappelijk werk elke drie weken casussen (anoniem of met toestemming van ouders, red.) Waar nodig sluiten ook andere partijen aan. “De één kijkt als pedagoog, de ander als maatschappelijk werker”, legt Euredice uit. “Daardoor komen we sneller tot de kern en bespreken we wie actie kan ondernemen.” Deze aanpak levert grote meerwaarde op voor het kind, de ouders én de betrokken hulpinstanties.

De samenwerking maakt het ook mogelijk om elkaars expertise gerichter in te zetten. Yvonne vertelt over een meisje met onrustig gedrag. “De professional van het jeugdteam keek mee en ontdekte dat ze overprikkeld raakte door geluid. Dankzij die observatie konden we gericht hulp inschakelen. Nu begrijpen we beter wat dit kind nodig heeft.”

We kunnen haar geen huis geven, maar wel stress verlichten.

Beeld: © Rijksoverheid

Basisschool Het Zaanplein.

Weerstand

Het succes kwam niet vanzelf. In het begin was er weerstand: leerkrachten waren gewend alles zelf te doen. “Het was even wennen om dingen los te laten”, zegt Yvonne. “We hadden het gevoel dat alleen wij de kinderen echt kenden.” Inmiddels is dat vertrouwen er. “We weten dat onze contactpersoon van het jeugdteam de afspraken nakomt. Dat maakt dat wij ook even achterover durven leunen.” Euredice vult aan: “Ouders zien dat ook. Ze merken dat we niet meer doorverwijzen naar een onbekend loket, maar samen om hen heen staan.”

Het is een nieuwe werkwijze, waarbij het lukt preventiever te werken, maar er is soms geen snelle oplossing.

Toch is de situatie nog niet ideaal. “Het is een nieuwe werkwijze, waarbij het lukt preventiever te werken, maar er is soms geen snelle oplossing. Je wil zo snel mogelijk hulp inzetten, die het jeugdteam niet altijd direct kan bieden. Daarbij is het samen zoeken naar hoe we dat kunnen oplossen en wat ieders rol daarbij is”, aldus Yvonne.

Vooruitkijken

De pilot Hart voor gezinnen draait inmiddels op tien basisscholen in Zaandam-Oost. Basisschool Het Zaanplein geldt als voorloper: ervaringen worden gedeeld met andere PACT-scholen. Vanuit het Pact Zaandam Oost wordt de pilot begeleid en gemonitord. De hoop is dat deze manier van werken - dichtbij gezinnen, met één gezamenlijke aanpak - de standaard wordt.

De resultaten spreken voor zich: meer gezinnen voelen zich gehoord, kinderen komen sneller in beeld en het schoolteam ervaart minder werkdruk. “Deze pilot laat zien dat het kan”, besluit Yvonne. “Maar als we het echt goed willen doen, moet dit geen project meer zijn. Dan moet het gewoon normaal worden.”

In de zomervakantie had ik het zwaar dat de school zes weken dicht was.

  1. Euredice en Yvonne
  2. Schoolfruit op Het Zaanplein.
  3. Buurt rond Het Zaanplein